Camera-instellingen
Het apparaat kan beelden opnemen met een resolutie van 1600 x 1200 pixels.
U kunt de camera-instellingen voor foto's wijzigen. Ga in de cameramodus naar
Opties
>, selecteer
Instellingen
>
Afbeelding
en maak een keuze uit de volgende
instellingen:
Kwaliteit afbeelding
en
Afbeeldingsresolutie
– Naarmate de beeldkwaliteit en de
resolutie hoger worden, gebruikt het beeld meer geheugen.
Opgen. afb. tonen
– Als u het opgenomen beeld niet direct wilt weergeven,
selecteert u
Nee
.
Stand.naam afbeeld.
– Hiermee kunt u de naam van opgenomen beelden wijzigen.
Gebruikt geheugen
– Selecteer of beelden worden opgeslagen in het
apparaatgeheugen of op de geheugenkaart.
U kunt de camera-instellingen voor video's wijzigen. Ga in de cameramodus naar
Opties
>, selecteer
Instellingen
>
Video
en maak een keuze uit de volgende
instellingen:
Lengte
– Als de lengte is ingesteld op
Maximum
, wordt de lengte van de
opgenomen video alleen beperkt door de hoeveelheid beschikbaar geheugen.
Als deze is ingesteld op
Kort
, is de opnameduur optimaal voor verzenden via een
MMS-bericht.
Videoresolutie
– Selecteer de videoresolutie.
61
Standaardvideonaam
– Selecteer hoe de videoclips worden genoemd.
Gebruikt geheugen
– Selecteer of videoclips worden opgeslagen in het
apparaatgeheugen of op de geheugenkaart.