Instellingen voor Bluetooth-verbindingen
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Connect.
>
Bluetooth
.
Wanneer u Bluetooth voor het eerst activeert, wordt u gevraagd een naam voor de
telefoon op te geven.
Bluetooth
– Hiermee kunt u Bluetooth in- of uitschakelen.
Waarneembrh. tel.
>
Waarneembaar
– Hiermee staat u toe dat uw telefoon
altijd kan worden gevonden door andere Bluetooth-apparaten.
96
Selecteer
Periode opgeven
als u wilt toestaan dat uw telefoon gedurende een
gedefinieerde periode kan worden gevonden. Om veiligheidsredenen wordt
u aangeraden zoveel mogelijk de modus
Verborgen
te gebruiken.
Naam van mijn telef.
– Geef een naam op voor uw telefoon.
Externe SIM-modus
>
Aan
– Hiermee kunt u de SIM-kaart van de telefoon
inschakelen voor gebruik in een ander apparaat (bijvoorbeeld in een carkit)
met behulp van Bluetooth-technologie (SIM Access Profile, SAP).
Als het draadloze apparaat in de externe SIM-modus staat, kunt u alleen via een
compatibele en aangesloten uitbreiding, zoals een carkit, gesprekken voeren of ontvangen.
U kunt in deze modus geen nummers kiezen met uw draadloze apparaat, behalve de
alarmnummers die in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als u wilt bellen met uw apparaat,
moet u eerst de externe SIM-modus verlaten. Als het apparaat vergrendeld is, moet u eerst
de beveiligingscode invoeren om het te ontgrendelen.